Chatillon-en-Diois is in augustus 2021 uitgeroepen tot ‘Plus beau village de France’. Het dorp ligt op 560m hoogte aan de voet van de bergketen La Glandasse (hoogste punt 2041m). Als je door de kleine middeleeuwse straatjes loopt wordt je verrast door vele fonteinen, 20 in totaal. Ook is Chatillon ‘un village botanique’ en kan je er 150 klimplanten bewonderen. Hieronder vind je de beschrijving van een rondwandeling door Chatillon-en-Dois vertaald door Jacqueline Beijlen die in Die heeft gewoond.
Rond Chatillon vind je 80 hectare wijnbouw. Met maakt hier o.a. de AOC-wijnen Châtillon rouge, Châtillon blanc en Châtillon rosé. Bij het Office du Tourisme is een kleine wandeling te verkrijgen door de wijnvelden.
Mooi rond Chatillon zijn de Gorges des Gats, de rivier de Bez en de Cirque d’Archiane. Klik hier voor het artikel met een wandeling bij Cirque d’Archiane.
Wandeling door Chatillon
Start: wandeling parkeerplaats Champ de Foire. (volg komend vanuit Die de D 93 in de richting van Gap. Na Pont de Quart slaat u linksaf, richting Chatillon-en-Diois. Als u in de bebouwde komt bent, is er schuin links een weg naar boven, langs de begraafplaats. ( niet op vrijdagochtend vanwege de markt). Rijdt door tot de parkeerplaats, de Champ de Foire.
Loop vanaf de parkeerplaats richting het stadje, ga langs de oude wasplaats en steek de weg over. Op dit punt heeft u een prachtig uitzicht, o.a. op de rots die het stadje domineert en waar vroeger een kasteel stond, maar ook op de vallei van de Bez, de rivierbedding en de akkers.
Loop langs de flank omhoog en daarna over de beek rechtsaf buigen
1.U ziet hier de oude huizen in de wijk Ruisseau ( =beek). Ongemerkt komt u aan op de weg die tot de 19e eeuw Die verbond met Trièves, via de Col de Menée
Aan de voet van de rots is het oudste deel van het dorp gebouwd. En toch is dit niet de originele plaats van het dorp, dat lag namelijk aan de rivier de Bez. Daar zijn o.a. voorwerpen van de Romeinen gevonden die er leefden rond 250 jaar na Christus: een glazen urn, een bronzen bel, een medaillon, een sarcofaag en ook Gallo-Romeinse graven.
2. De brug dateert uit de 18e eeuw en was tot 1860 de enige brug over de Baïn. Men denkt dat hier een poort stond, net zoals aan het andere eind van het stadje bij L’Horloge. Hier ziet men het onderste deel van de wallen waarop de huizen langs de beek werden gebouwd. Deze vestingmuren stonden in een soort halvemaanvorm. De bouw en het onderhoud van de vestingmuren komen op tal van plaatsen in de archieven voor. Bijvoorbeeld in 1242, tijdens een conflict tussen de Heer Isoard en zijn neef Dragonnet, of in 1379, toen een groep “reizigers” langs kwam, waarna de muren werden verhoogd tot 8 meter. De bouw duurde lang, leidde tot extra belastingen en dat alles voor niks: In 1573 beval de gouverneur van de Dauphinée dat alle vestingwerken afgebroken moesten worden.
3.Poterne ( = sluippoort): Links, tussen de huizen en achter een bron, ziet men het begin van een trap die naar het vroegere kasteel leidde. Dit heet de Viol du Chateau. ( Viol=steeg)
4.Neem de eerste steeg naar links, de Viol St. Nicolas. Dit straatje heeft zijn oorspronkelijke plaveisel behouden, het leidt ons naar de voet van de rots: daar bent u in het schip van de kerk van de Heer van Chatillon, Saint Nicolas, gebouwd rond 1200. In geschriften wordt gesproken over een rechtszaal, een trap en een kleine zaal. Zij werd afgebroken in 1705 en was toen al in slechte staat. Als u naar achteren doorloopt ziet u restanten van het gewelf van het koor met een nis. Op de rots ziet u resten van pleisterwerk, en de plaats van de balken doet veronderstellen dat de rots één van de muren van de kerk was. Ook zijn duidelijk kaders van vensters te zien. Later werd er een andere kerk aan de rand van het dorp gebouwd en de dorpelingen werden daar begraven, de notabelen nog in de kerk van St. Nicolas. Ga weer terug.
Traditionele bouw in Chatillon : Omdat de grond duur was, bouwde men hoge huizen, met 4 of 5 verdiepingen. Op straatniveau was er het Rez-de-chaussee, of de kelder. Daarboven de Ecurie, de stallen. Een volgende laag was de woonverdieping, soms 2 etages. Dan volgde de Magnanerie, de ruimte om de zijde af te wikkelen. Boven in een graanopslag. Let ook op de trappen aan de buitenkant van de huizen, de zgn. pesureaux, typerend voor Chatillon. Reden: de huizen waren te smal voor een trap binnen.
5en 6: Winkels en doorgang naar Rue des Rostangs. Keer terug naar de Rue des Rostangs, die met een bocht loopt. Aan beide zijden ziet u ingangen van dichtgemetselde winkels, die bewijzen dat hier handel was. De brug over de Baïn dateert van 1864.Volg de Rue des Rostangs (links). Men veronderstelt dat hier en daar een kader van deuren of ramen afkomstig zijn van het kasteel. Wat de arcades boven deuren betreft: hoe hoger, hoe ouder..
7. Ga rechts de Viol des Bernards in, hier gaat u twee maal onder gewelven door, die bebouwd zijn, een middel om ruimte te winnen.
8. U komt aan bij de Placette, het enige dorpsplein tot aan de 16e eeuw, waar markten, verkiezingen en jaarfeesten werden gehouden. Het plein werd Place de la Concorde tijdens de Revolutie ( 1789) en omsloten door prachtige façades. De huizen werden aan de achterkant gebouwd op restanten van de vestingmuren. Ga via de 9.Viol Trempe Saure terug naar de Rue des Rostangs. Hier rechts ziet u 10, het Maison Consulaire, met -lange tijd de enige- fontein. Op de begane grond was de gemeenschappelijke oven, op de eerste etage de raadszaal. Tot 1738 was er ook een meisjesschool in gehuisvest. Rechts is 11. De Viol des Boachons, met een gewelf en aan het eind een pleintje, dat van de “matins calmes”, hetgeen refereert aan vroegere burenruzies. Het is nu een plein van tweedehuizenbezitters. Ga terug naar de Rue des Rostangs en loop verder in deze straat en kijk even rechts naar de 12. Viol de la Crotte. Iets verder rechts neemt u 13. Viol de l’Hôpital. Een van de huizen werd bewoond door iemand die de zieke armen verzorgde. U gaat verder in de richting van de Rue Basse. Neem niet de doorgang van de Pitancerie.( Hier woonde de schatbewaarder van het klooster van Guignaise.), maar rechts = de Rue Basse Hier draait u naar links om aan te komen bij het Placette de Viol Trucenud, die u brengt naar 14. De Porte Neuve. Let op: even rechts, u hoort de fontein. Aan de overkant ziet u enige nepramen, een zgn. Trompe l’oeil, op de gevel t.o. de fontein. De Porte Neuve is verdwenen toen de doorgaande weg in de 19e eeuw werd aangelegd. Dat deed men om belastingheffing te voorkomen. Terug naar links ziet u een inscriptie op een gevel: L an 11 de la nescence de la Republique..
15. Ga rechts de Viol Roux in, waar zich het enige huis met een overhangende erker bevindt. 16. De fontein midden in de Viol du Roux staat tegen een oude smederij. Verder op de Viol du Roux gaat u links de Rue des Rostangs weer in en daarna draait u naar rechts naar de Viol de la Cote=17 Aan het eind van de steeg gaat u onder een huis door. Vergis u niet, aan weerszijden bevinden zich mooie terrastuinen. Het zijn slechts ruines van huizen.
Aan het eind van de steeg gaat u onder een huis door. Vlak na het gewelf gaat u rechts om 18 Viol de Temple te bereiken. In deze laatste steeg voor de vestingmuren werd in 1610 de eerste tempel gebouwd.
Vanwege het Edict van Nantes werd zij gesloopt. Tijdens de Revolutie werd ze op dezelfde plaats weer opgebouwd Maar het dorp ontwikkelde zich, de greppel werd de opgang naar Tricot waar de tempel nu haar ingang heeft. Let op de datum bij het gewelf (1793) en boven de deur ( 1792), het vierde jaar van de vrijheid. Deze Viol leidt u weer naar de Rue des Rostangs. Links, iets voor de klokkentoren, vindt u de voorgevel van het stadhuis ( het oude herenhuis Largentière), dat beschilderd is ( trompe l’oeil) en de sporen draagt van een insigne van Regie Rpyale des Tabacs, met 3 leliebloemen.( = 20)
19. U arriveert bij het Place de Reviron, met de tweede fontein van het dorp: een plein dat in 1523 is gecreëerd voor het draaien van de koetsen. Tegenwoordig staat er een buste van Marianne. 20.La Mairie.De edelman, de heer van l’Argentière schonk dit huis in 1706 aan de Priorij van Guignaise, in 1738 huurden de Consuls het om er een school te vestigen en tegenwoordig is dit het stadhuis. De geschilderde bloemen op de voorgevel zijn ook te zien op de trap. 21. L’Eglise: is gewijd aan Saint-Julien, binnen vereeuwigd in een schilderij van 1705, lijkend op Lodewijk de 14e. De kerk werd gebouwd tussen 1688 en 1705. Het gewelf van het schip dateert van 1745, de altaren van 1751). Er is een inscriptie boven de deur met Temple de la Raison, overblijfsel van de Revolutie. Binnen zijn er geschilderde muren, typerend voor de 19e eeuw.22. l’Horloge: De afwezigheid van een klok op de kerk deed de inwoners deze toren bouwen, ook een toegangspoort van de stad. De klokkentoren is ingewijd in 1752. Deze tocht is niet compleet zonder een uitstapje naar de Rue de la Baurie, waar in het midden van 19e eeuw de eerste Gendarmerie gehuisvest was: een geschilderd uithangbord herinnert eraan.
Ga vanaf het Place de Reviron vnaar de Foir de Champs terug, via de Rue Neuve, een deel van de Rue de Reclus en Viol du Fossé.De Rue du Reclus werd in 1864 gemaakt als brug over de Bain, waarover de nationale weg liep. Hierdoor kon Chatillon zich verder ontwikkelen.
Wat een prachtig dorp! Chatillon-en-Diois lijkt een ideale plek voor een rustgevende vakantie, vol geschiedenis en natuur. De combinatie van middeleeuwse charme, botanische tuinen en de beroemde wijnen maakt het een unieke bestemming. Die rondwandeling door de smalle straatjes en langs de historische fonteinen klinkt geweldig! Absoluut een dorp om op mijn reislijstje te zetten. Bedankt voor de tips!